Maskulinum

Nom.: der achtbare|ein achtbarer|— achtbarer
Akk.: den achtbaren|einen achtbaren|— achtbaren
Dat.: dem achtbaren|einem achtbaren|— achtbarem
Gen.: des achtbaren|eines achtbaren|— achtbaren

---

Nom.: der achtbarere|ein achtbarerer|— achtbarerer
Akk.: den achtbareren|einen achtbareren|— achtbareren
Dat.: dem achtbareren|einem achtbareren|— achtbarerem
Gen.: des achtbareren|eines achtbareren|— achtbareren

---

Nom.: der achtbarste|ein achtbarster|— achtbarster
Akk.: den achtbarsten|einen achtbarsten|— achtbarsten
Dat.: dem achtbarsten|einem achtbarsten|— achtbarstem
Gen.: des achtbarsten|eines achtbarsten|— achtbarsten

Femininum

Nom.: die achtbare|eine achtbare|— achtbare
Akk.: die achtbare|eine achtbare|— achtbare
Dat.: der achtbaren|einer achtbaren|— achtbarer
Gen.: der achtbaren|einer achtbaren|— achtbarer

---

Nom.: die achtbarere|eine achtbarere|— achtbarere
Akk.: die achtbarere|eine achtbarere|— achtbarere
Dat.: der achtbareren|einer achtbareren|— achtbarerer
Gen.: der achtbareren|einer achtbareren|— achtbarerer

---

Nom.: die achtbarste|eine achtbarste|— achtbarste
Akk.: die achtbarste|eine achtbarste|— achtbarste
Dat.: der achtbarsten|einer achtbarsten|— achtbarster
Gen.: der achtbarsten|einer achtbarsten|— achtbarster

Neutrum

Nom.: das achtbare|ein achtbares|— achtbares
Akk.: das achtbare|ein achtbares|— achtbares
Dat.: dem achtbaren|einem achtbaren|— achtbarem
Gen.: des achtbaren|eines achtbaren|— achtbaren

---

Nom.: das achtbarere|ein achtbareres|— achtbareres
Akk.: das achtbarere|ein achtbareres|— achtbareres
Dat.: dem achtbareren|einem achtbareren|— achtbarerem
Gen.: des achtbareren|eines achtbareren|— achtbareren

---

Nom.: das achtbarste|ein achtbarstes|— achtbarstes
Akk.: das achtbarste|ein achtbarstes|— achtbarstes
Dat.: dem achtbarsten|einem achtbarsten|— achtbarstem
Gen.: des achtbarsten|eines achtbarsten|— achtbarsten

Plural

Nom.: die achtbaren|(keine) achtbaren|— achtbare
Akk.: die achtbaren|(keine) achtbaren|— achtbare
Dat.: den achtbaren|(keinen) achtbaren|— achtbaren
Gen.: der achtbaren|(keiner) achtbaren|— achtbarer

---

Nom.: die achtbareren|(keine) achtbareren|— achtbarere
Akk.: die achtbareren|(keine) achtbareren|— achtbarere
Dat.: den achtbareren|(keinen) achtbareren|— achtbareren
Gen.: der achtbareren|(keiner) achtbareren|— achtbarerer

---

Nom.: die achtbarsten|(keine) achtbarsten|— achtbarste
Akk.: die achtbarsten|(keine) achtbarsten|— achtbarste
Dat.: den achtbarsten|(keinen) achtbarsten|— achtbarsten
Gen.: der achtbarsten|(keiner) achtbarsten|— achtbarster