Maskulinum

Nom.: der norwegische|ein norwegischer|— norwegischer
Akk.: den norwegischen|einen norwegischen|— norwegischen
Dat.: dem norwegischen|einem norwegischen|— norwegischem
Gen.: des norwegischen|eines norwegischen|— norwegischen

---

Nom.: der norwegischere|ein norwegischerer|— norwegischerer
Akk.: den norwegischeren|einen norwegischeren|— norwegischeren
Dat.: dem norwegischeren|einem norwegischeren|— norwegischerem
Gen.: des norwegischeren|eines norwegischeren|— norwegischeren

---

Nom.: der norwegischste|ein norwegischster|— norwegischster
Akk.: den norwegischsten|einen norwegischsten|— norwegischsten
Dat.: dem norwegischsten|einem norwegischsten|— norwegischstem
Gen.: des norwegischsten|eines norwegischsten|— norwegischsten

Femininum

Nom.: die norwegische|eine norwegische|— norwegische
Akk.: die norwegische|eine norwegische|— norwegische
Dat.: der norwegischen|einer norwegischen|— norwegischer
Gen.: der norwegischen|einer norwegischen|— norwegischer

---

Nom.: die norwegischere|eine norwegischere|— norwegischere
Akk.: die norwegischere|eine norwegischere|— norwegischere
Dat.: der norwegischeren|einer norwegischeren|— norwegischerer
Gen.: der norwegischeren|einer norwegischeren|— norwegischerer

---

Nom.: die norwegischste|eine norwegischste|— norwegischste
Akk.: die norwegischste|eine norwegischste|— norwegischste
Dat.: der norwegischsten|einer norwegischsten|— norwegischster
Gen.: der norwegischsten|einer norwegischsten|— norwegischster

Neutrum

Nom.: das norwegische|ein norwegisches|— norwegisches
Akk.: das norwegische|ein norwegisches|— norwegisches
Dat.: dem norwegischen|einem norwegischen|— norwegischem
Gen.: des norwegischen|eines norwegischen|— norwegischen

---

Nom.: das norwegischere|ein norwegischeres|— norwegischeres
Akk.: das norwegischere|ein norwegischeres|— norwegischeres
Dat.: dem norwegischeren|einem norwegischeren|— norwegischerem
Gen.: des norwegischeren|eines norwegischeren|— norwegischeren

---

Nom.: das norwegischste|ein norwegischstes|— norwegischstes
Akk.: das norwegischste|ein norwegischstes|— norwegischstes
Dat.: dem norwegischsten|einem norwegischsten|— norwegischstem
Gen.: des norwegischsten|eines norwegischsten|— norwegischsten

Plural

Nom.: die norwegischen|(keine) norwegischen|— norwegische
Akk.: die norwegischen|(keine) norwegischen|— norwegische
Dat.: den norwegischen|(keinen) norwegischen|— norwegischen
Gen.: der norwegischen|(keiner) norwegischen|— norwegischer

---

Nom.: die norwegischeren|(keine) norwegischeren|— norwegischere
Akk.: die norwegischeren|(keine) norwegischeren|— norwegischere
Dat.: den norwegischeren|(keinen) norwegischeren|— norwegischeren
Gen.: der norwegischeren|(keiner) norwegischeren|— norwegischerer

---

Nom.: die norwegischsten|(keine) norwegischsten|— norwegischste
Akk.: die norwegischsten|(keine) norwegischsten|— norwegischste
Dat.: den norwegischsten|(keinen) norwegischsten|— norwegischsten
Gen.: der norwegischsten|(keiner) norwegischsten|— norwegischster